Zelfs bestuursrechters Raad van State maken zich nu zorgen over inwerkingtreding van de Omgevingswet

Pieter van der Woerd en Pim Oremans van NewGround Law volgen de zorgen van de bestuursrechters van de Raad van State over de praktische uitvoering van het DSO, de ‘ruggengraat’ van de Omgevingswet. Welk licht werpt dit op het vaststellen van een datum voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet?

De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken en zorgen voor een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. Gekoerst wordt op een inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State mengt zich in het politieke debat

Rechters blijven doorgaans graag ver weg van het terrein van de politiek. De Afdeling Advisering van de Raad van State heeft weliswaar juristen en beleidsadviseurs die niets anders doen dan wetsontwerpen toetsen en de wetgever daarover adviseren, maar zij zijn strikt gescheiden van de hoogste (ruimtelijk) bestuursrechter van ons land: de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling“). Toch was de Omgevingswet aanleiding voor de Afdeling om zich – op eigen initiatief – in het politieke debat te mengen. Dat is hoogst ongebruikelijk. Maar daar is dan ook nu dringend aanleiding voor. De Eerste Kamer vergadert aanstaande dinsdag, 7 maart 2023, over de vraag of de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking kan treden.

DSO: nog steeds een bottleneck

Eén van de hoofddoelen van de Omgevingswet is een digitaal systeem creëren om straks omgevingsplannen, omgevingsvergunningen, uitspraken daarover van bestuursrechters, enzovoorts, op één integrale en overzichtelijke manier te kunnen ontsluiten. De insteek is altijd geweest dat burgers en bedrijven in één oogopslag kunnen zien welke regels er op dat moment voor hun gelden. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (“DSO“) is in feite de “ruggengraat” van de Omgevingswet. Er zijn echter veel onzekerheden over de werking van het systeem en zonder een goed functionerend DSO komt de praktische uitvoering van de Omgevingswet in gevaar.

Gevaar voor “uitholling rechtsbescherming” van de burger

De Afdeling spreekt in een ‘position paper’ expliciet uit dat zij zich “zorgen maakt” over de praktische uitvoering van dit DSO. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk dat als een omgevingsplan (de opvolger van het huidige bestemmingsplan) wordt gewijzigd, dit dan foutloos in dit DSO zal kunnen belanden. Ook over de gebruiksvriendelijkheid is maar weinig bekend. De Afdeling vreest dat voor een doorsnee burger, die niet thuis is in het (omgevings)recht, het een vrijwel onmogelijke opgave kan worden om zijn weg te vinden in dit DSO. Die burger kan in dat geval niet zijn of haar rechten goed in kaart brengen, geen mening daarover vormen en dus ook geen adequate beroepsgronden formuleren. De Afdeling vreest dat, met dit DSO, “de rechtsbescherming wordt uitgehold” van deze burger. Dat zijn ferme bewoordingen voor een doorgaans terughoudende bestuursrechter.

Rechtsonzekere situaties

Wij kunnen deze zorgen van de Afdeling Bestuursrechtspraak volledig volgen. Minister De Jonge heeft zowel de Tweede als de Eerste Kamer meermaals geprobeerd comfort te geven over de werking van het DSO, maar uit het veld van ontwikkelaars en gemeenten komen steeds berichten over storingen en gebreken die de Minister in een lastig parket brengen. Zonder duidelijkheid over de werkbaarheid van het DSO en de gebruiksvriendelijkheid ervan bestaat er een aanzienlijk risico op vertragingen in zowel de vergunningverlening, als in de planvorming en in de juridische procedures bij de bestuursrechter. Dat risico op vertragingen kan een aanzienlijke impact hebben op de – nu al langdurige – processen voor bijvoorbeeld de door diezelfde Minister beoogde versnelling van de woningbouw. Daarnaast zou een gebruiksonvriendelijk systeem – zoals de Afdeling terecht opmerkt – ervoor zorgen dat burgers en bedrijven straks misschien geen idee meer hebben welke regels wel of niet voor hen gelden. Dat zou rechtsonzekere situaties tot gevolg kunnen hebben.

Zo lang niet zeker is dat het DSO adequaat functioneert en gebruiksvriendelijk is, vinden wij het onverantwoord om nu al een datum vast te leggen waarop de wet in werking treedt.


Voor meer informatie en advies kunt u contact opnemen met Pieter van der Woerd en Pim Oremans van NewGround Law.

UPDATE 7 maart 2023: Inwerkingtreding Omgevingswet: debat samengevat

Menu