Worden zonnepanelen verplicht op industriepanden?

Erwin Noordover en Welmoed Willemsen bespreken het ontwerpbesluit voor het wijzigen van het Besluit bouwwerken leefomgeving met als doel om op daken van gebouwen maatregelen te kunnen nemen in het kader van duurzaamheid.

Deze blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal |  Leestijd: 4 minuten

De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken; een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. Gekoerst wordt op inwerkingtreding per 1 januari 2023. Dit zou volgens de minister het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties meer ruimte geven om de implementatie van de wet op een zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden. Om u goed voor te bereiden op de inwerkingtreding, belichten de experts van NEWGROUND LAW op deze plek wekelijks een aspect ten aanzien van de Omgevingswet.

Daken gebruiken in het kader van duurzaamheid
Het onderhavige ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (“Bbl”) strekt er toe maatwerkmogelijkheden voor gemeenten te introduceren waarmee eisen gesteld kunnen aan het gebruik van daken in het kader van duurzaamheid. Hiermee wordt beoogd de schaarse ruimte slim te gebruiken. Zo kunnen daken worden gebruikt voor het opwekken van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld door het middel van zonnepanelen, of voor klimaatadaptie, bijvoorbeeld door het realiseren van zogenoemde blauwe of groene daken. Dit zijn daken met wateropslag of beplanting die zorgen voor vertraagde afvoer van het regenwater en voor verkoeling bij hitte. Bij het opstellen van de regionale energiestrategie (RES) wordt in meerdere gebieden gekozen voor het opwekken van zonne-energie op daken. Door het ontwerpbesluit krijgen gemeenten instrumenten om in te zetten op het behalen van verduurzamingsdoelen voor de gebouwde omgeving en de energietransitie.

Wijziging ziet op daken van industriepanden en “overige gebruiksfuncties”
Uit de aansturingstabellen van de aangepaste artikelen 3.83 en 4.148B Bbl blijkt dat gemeenten alleen de bevoegdheid hebben tot het opleggen van maatwerk ten aanzien van het duurzaam gebruik van daken van panden met industriefuncties (zoals loodsen voor opslag) en “overige gebruiksfuncties”, gebouwen waarin het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt, zoals parkeergarages. Er kunnen geen regels gesteld worden aan gebouwen met bijvoorbeeld woonfuncties, kantoorfuncties en/of bijeenkomstfuncties. Er is voor deze afbakening gekozen omdat gebouwen met deze laatstgenoemde gebruiksfuncties onder de landelijke eisen voor energieprestatie vallen.

Mogelijkheden tot lokaal maatwerk
In het ontwerpbesluit wordt een onderscheid gemaakt tussen nieuwbouw en bestaande bouw. Voor nieuwbouw wordt het mogelijk om in het omgevingsplan algemene regels op te nemen ten aanzien van het opwekken van zonne-energie op daken en het klimaatadaptief maken van daken. Eenieder, waaronder dus ook gebouweigenaren, kan een zienswijzen indienen over het omgevingsplan en daarmee ook over de regels in het omgevingsplan over het opwekken van zonne-energie op daken en het klimaatadaptief maken van daken. Het is van belang om bij de procedure voor het opstellen van het omgevingsplan alert te zijn op deze nieuwe verplichtingen voor nieuwbouw. Voor bestaande bouw is gekozen voor een gemeentelijke mogelijkheid om maatwerk in het individuele geval vast te stellen via een maatwerkvoorschrift. Dat is een beschikking die specifiek geldt voor de gebouweigenaar.

Maatwerk moet noodzakelijk en proportioneel zijn
Door de voorgenomen wijziging van het Bbl wordt een inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht, zoals vastgelegd in artikel 1, Eerste protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Om de inbreuk op het eigendomsrecht te rechtvaardigen moet het maatwerk noodzakelijk en proportioneel zijn. De eisen die kunnen volgen uit het lokale maatwerk moeten noodzakelijk zijn om een duurzame leefomgeving te garanderen. De zwaarte van deze toets zal aldus liggen op de proportionaliteit van de maatregel. De proportionaliteit van de maatregel wordt volgens de Nota van Toelichting onder meer gewaarborgd doordat de maatwerkregel of het maatwerkvoorschrift niet verder kan gaan dan hetgeen nodig is om de duurzaamheid (energieneutraliteit) van de gebruiksfunctie te borgen. Daarnaast vereist de proportionaliteit van de maatregel een afweging van de lokale omstandigheden en van de positie van de gebouweigenaar. Aldus moet de gemeente zich ervan vergewissen dat de eisen niet verder gaan dan nodig om het gewenste resultaat te bereiken.

 

Menu