Q&A Omgevingswet XXX: “Het schip moet van wal, anders raakt de puf eruit”

Anne-Marie Klijn en Pim Oremans bespreken de vraag of er nog verdere vertraging dreigt van de inwerkingtreding van de Omgevingswet door uitgesteld besluit van de Eerste Kamer.

Deze blog verscheen op –> Vastgoedjournaal | leestijd: 3 minuten

De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken; een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. 

Hoewel op 1 april 2020 duidelijk is geworden dat de geplande inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021 niet doorgaat en wordt uitgesteld tot 1 januari 2022, heeft de minister benadrukt dat afstel niet aan de orde is. Daarom nam de Tweede Kamer ook deze maand nog een motie aan die de minister opdroeg om uiterlijk eind januari 2021 de volledige Omgevingswet door beide kamers van het parlement te hebben geloodst. Haast is geboden, vond de Tweede Kamer.

In de Tweede Kamer, waarin de coalitie een meerderheid heeft, zal het akkoord voor die inwerkingtredingsdatum naar verwachting geen probleem zijn. Deze week bleek echter dat de Eerste Kamer op die haast niet zit te wachten. Uit een interne notitie zou blijken dat de senatoren menen dat ze worden opgejaagd, en op basis van onvolledige informatie een besluit moeten nemen. Vanuit de gemeente en softwareontwikkelaars komen namelijk signalen dat men nog niet klaar zou zijn voor de komst van de wet; zo zou onder andere het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) nog niet klaar zijn voor inwerkingtreding. 

Betekent dit dan opnieuw vertraging voor de Omgevingswet? Zo’n vaart zal het, denken wij, niet lopen. Beide Kamers van het parlement hebben namelijk al ingestemd met de inhoud van de Omgevingswet en de daaraan gerelateerde regelgeving. Slechts de inwerkingtredingsdatum staat nu nog op de agenda. De vaststelling van die beoogde datum van 1 januari 2022 vindt plaats bij Koninklijk Besluit, en niet met een wet die door beide kamers moet worden aangenomen. Dat KB moet weliswaar aan het parlement worden ‘voorgehangen’ (beide Kamers kunnen zich uitlaten met op- of aanmerkingen van zaken die zij graag anders zouden zien), maar in principe kan de regering deze opmerkingen naast zich neerleggen. 

Mogelijk gaat de Eerste Kamer in die informele procedure dus dwarsliggen. Of de minister daar wat mee gaat doen is dan nog de vraag. In elk geval kan 1/5e deel van één van de Kamers (dus ook de Eerste Kamer) bepalen dat de inwerkingtredingsdatum alsnog met een formele wet (en dus akkoord van beide Kamers) moet worden aangenomen. Dat zou echter wel een paardenmiddel zijn dat zelden wordt ingezet. Het zou hoogst uitzonderlijk zijn als de Eerste Kamer, die toch meer een ‘controlefunctie’ heeft, dat middel zou aanwenden. Vooralsnog lijkt de inwerkingtreding op 1 januari 2022 dus zeker nog niet van de baan. 

De haast die de minister heeft lijkt dus op weerstand te stuiten maar is niet zonder meer onmogelijk. CDA-kamerlid Julius Terpstra gaf al aan tegen NRC: “het schip moet van wal, anders raakt de puf eruit.”

Menu