Omgevingswet: opvolger van BENG in voorbereiding: straks strengere renovatie-eisen voor bestaande bouw

Anne-Marie Klijn en Pim Oremans van NewGround Law bespreken de wijziging van de EU-Richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) die momenteel in voorbereiding is. Eerder leidde deze richtlijn al tot de bijna energieneutrale gebouwen (BENG)-eisen en straks zal deze ook effect hebben op de Omgevingswet. Een opvolger van BENG – maar vooral voor bestaande bouw – is dus in voorbereiding.

Deze blog verscheen op Vastgoedjournaal | Leestijd 6 minuten

De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken en zorgen voor een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is momenteel voorzien op 1 juli 2022.

Nieuwe Europese regelgeving: de Renovation Wave
De EU-Richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD), die recent nog leidde tot de inwerkingtreding van de BENG-eisen op 1 januari 2021, krijgt als het aan de Europese Commissie ligt alweer een opvolger. De afgelopen maanden heeft de Europese Commissie belanghebbenden en burgers de kans geboden om in een openbare raadpleging aan te geven welke verbeteringen in de EPBD dienen te worden aangebracht. De huidige herziening is een onderdeel van het werkprogramma van de Europese Commissie, om bij te dragen aan het halen van de Unierechtelijke klimaat- en energiedoelstellingen. Door de verschijning van de Renovation Wave-strategie is er aanleiding om de EPDB-richtlijn te herzien. De Renovation Wave heeft het doel bestaande gebouwen sneller energiezuiniger te maken en te renoveren. Nederland heeft in elk geval al de Lange Termijn Renovatiestrategie, waarin nationale plannen en de renovatiestrategie te vinden zijn. Met het huidige tempo duurt het de EU over de gehele Unie bezien in elk geval te lang om te voldoen aan verplichtingen zoals het Klimaatakkoord van Parijs.

In het kader van deze openbare raadpleging zijn overheidsinstanties, bedrijven, beroepsverenigingen, eigenaars van gebouwen en woningbouwverenigingen, sociale partners en sociale actoren, ngo’s, de financiële sector, de verzekeringssector, de academische wereld, onderzoekscentra en burgers gevraagd om inbreng te geven in de herziening van de EPBD-richtlijn. 

Door de Europese Commissie is daarbij gepolst wat de voorkeur heeft: 

  1. De EPBD-richtlijn niet aanpassen en wachten op de beoogde herziening van 2026 (optie 1)
  2. De EPBD-richtlijn niet aanpassen, maar wel andere ondersteunende maatregelen creëren die het doel bereiken (optie 2)
  3. De EPBD-richtlijn wel herzien om de doelen van de Renovation Wave te kunnen behalen, waarbij een gefaseerde introductie voor verplichte minimum energieprestatienormen voor verschillende typen gebouwen centraal zal staan. 

Energiezuinig bouwen nu en onder de Omgevingswet
De EPBD-richtlijn heeft in Nederland al handen en voeten gekregen in de vorm van artikel 120 van de Woningwet. In dit artikel is geregeld dat de minister voorschriften kan stellen met het oog op nakoming van de door Nederland verbindende internationale verplichtingen (zoals de EPBD-richtlijn) die betrekking hebben op of samenhangen met onderwerpen waar de Woningwet op ziet. Deze voorschriften kennen we nu nog als de Regeling energieprestatie gebouwen en het Bouwbesluit 2012. Deze regelgeving zal straks moeten worden aangepast als de Europese regelgeving inderdaad strenger wordt.

Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) geeft straks onder de toekomstige Omgevingswet de regels met betrekking tot bouwactiviteiten. Bouwactiviteiten onder de Omgevingswet zijn niet heel verschillend van het bouwen onder de Wabo. Een bouwactiviteit is namelijk het bouwen van een bouwwerk. Een van de verschillen is de knip, waarover in een eerder blog meer is geschreven. Het bouwen is vergunningvrij, tenzij een vergunningplicht geldt op grond van het Bbl. Indien de bouwactiviteit vergunningplichtig is, is het toetsingskader te vinden in artikel 5.20 en 4.3 Omgevingswet, en afdeling 2.3 van het Besluit bouwwerken leefomgeving. In het Bbl zijn tevens regels opgenomen die gebaseerd zijn op de EPBD, zoals de verplichting in artikel 3.87 Bbl om minimaal energielabelte hebben voor kantoorgebouwen. De kans is groot dat ook deze nieuwe regelgeving zal moeten worden aangepast als de Europese regelgeving strenger zou worden.

Optie 1, optie 2 of optie 3?
Bij het inspraakmoment hebben degenen die dat wilden gelegenheid gekregen zich uit te spreken over de vraag of er een herziening van de EPBD-richtlijn nodig is. Zoals hiervoor aangegeven zijn er drie opties, waarbij het gaat over het al dan niet aanpassen van de EPBD-richtlijn en het eventueel invoeren van ondersteunende maatregelen. In de reacties van de inspraakperiode die in maart is geëindigd, zijn verschillende geluiden te horen. Het zijn met name brancheverenigingen, bedrijven en ngo’s die hun visies hebben gedeeld. De brancheverenigingen willen, los van het aanscherpen van de bestaande regels door herziening van de richtlijn, dat er ondersteuning wordt geboden. Dus zowel optie 2, als optie 3. De bedrijven zijn enthousiast over het herzien van de richtlijn, maar stellen hierbij ook concrete aanpassingen voor, zoals het ook in de woning aanbrengen van duurzame oplossingen, maar er moet ook aandacht worden besteed aan de moeilijkheden waar men nu al tegen aanloopt bij het realiseren van duurzame alternatieven. Door ngo’s wordt aangegeven dat de richtlijn te weinig aandacht besteedt aan Europees cultureel erfgoed. Daar moet volgens hen in de herziening verandering in worden gebracht. Ook moeten gebouwen op een duurzame manier worden onderhouden. De reacties zijn uiteenlopend, maar komen grosso modo neer op het feit dat de richtlijn echt aan herziening toe is om de klimaatdoelen aan te kunnen pakken. Die indruk wordt dus breed gedragen.

Conclusie
De kans is groot dat de herziening strengere normen met zich zal brengen. De Europese Commissie kondigt namelijk niet voor niets aan om een nog sterkere verplichting in te voeren om over energieprestatiecertificaten te beschikken, naast een gefaseerde invoering van verplichte minimumnormen voor energieprestatie voor bestaande gebouwen. Nu kan bij bestaande bouw nog meestal worden uitgegaan van een ‘van rechtswege verkregen niveau’; mogelijk zal dat veranderen. De Commissie gaat ook voorstellen om de vereisten voor de renovatie van gebouwen tot alle overheidsniveaus uit te breiden. In de effectbeoordelingen bij deze wetgevingsherzieningen zullen verschillende opties worden onderzocht met betrekking tot het niveau, de reikwijdte en het tijdschema van deze vereisten. We houden u op de hoogte. 

Menu