Aardgasvrije buurten: ACM gedoogt de waterstofpilots in de gebouwde omgeving

Erwin Noordover en Chanym Alekperova bespreken de randvoorwaarden en het nog ontbrekend wettelijk kader voor het in de toekomst mogelijk grootschalig gebruik van waterstof als duurzame energievoorziening in de gebouwde omgeving. 

Elektriciteit omzetten in waterstof
Naar verwachting gaat waterstof in de toekomst een belangrijke rol spelen in de duurzame energievoorziening. Na 2030 zou het één van de mogelijk belangrijke strategieën voor het verwarmen van woningen zonder aardgas kunnen zijn. In 2050 is voorzien dat tot wel 50 procent van het finale energiegebruik door gasvormige energiedragers (waaronder waterstof) wordt geleverd. Op lange termijn lijkt waterstofproductie daarmee onmisbaar voor het waarborgen van de continuïteit van ons energiesysteem. Opgewekte energie uit wind- en zonne-energieparken is zeer geschikt om op te slaan in de vorm van waterstof.  Opschaling van de productie van waterstof is dan noodzakelijk. Om dit alles goed te onderzoeken zijn er inmiddels diverse demonstratieprojecten met waterstof in de gebouwde omgeving (hierna: waterstofpilots) gestart. Enkele voorbeelden van lopende waterstofpilots zijn Waterstof in Rozenburg, Waterstof Hoogeveen en H2 Ready CV Ketel.

Transport en distributie van waterstof: wettelijk kader ontbreekt
De taken van regionale netbeheerders voor (het transport en de distributie van) elektriciteit en gas zijn wettelijk gereguleerd maar bij de totstandkoming van de bestaande wet- en regelgeving is destijds uiteraard geen rekening gehouden met de opkomst van waterstof als energiedrager. Het is daarom momenteel voor regionale netbeheerders wettelijk niet mogelijk om het transport van waterstof te verzorgen binnen de huidige waterstofpilots. Om die reden heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in juni 2021 aangekondigd een voorstel tot wijziging van de Gaswet voor te bereiden. Met de wijziging zal ruimte worden geboden aan regionale netbeheerders om het waterstoftransport binnen waterstofpilots te verzorgen en zullen randvoorwaarden worden opgesteld die nodig zijn ter bescherming van de betrokken huishoudens. Er wordt gestreefd om, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Energiewet, het wettelijk kader te bieden voor de realisatie en uitvoering van de waterstofpilots.

Vooruitlopend op het wettelijk kader: randvoorwaarden
Om de projecten die reeds in voorbereiding zijn niet te vertragen, heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) aan de minister van EZK voorgesteld om, vooruitlopend op het wettelijk kader, samen met veiligheidstoezichthouders en andere betrokken partijen, randvoorwaarden op te stellen. De randvoorwaarden moeten zien op de veiligheidseisen voor waterstofpilots binnen de gebouwde omgeving, op de rolverdeling, op de manier waarop consumenten zullen worden beschermd en op het toezicht op de drie aspecten. Als netbeheerders zich houden aan de randvoorwaarden, gedoogt de ACM de waterstofpilots. Op hoofdlijnen denkt de ACM aan de volgende randvoorwaarden:

  • Het experiment heeft betrekking op de toepassing van waterstof als warmtevoorziening in de gebouwde omgeving.
  • De veiligheid van het waterstoftransport is geborgd, met inbegrip van het toezicht daarop.
  • Consumenten krijgen vooraf alle benodigde informatie om een goed geïnformeerde en vrije keuze te kunnen maken om deel te nemen aan de pilot.
  • Consumenten die deelnemen aan een pilot sluiten voor de duur daarvan een contract af voor hun energievoorziening (aansluiting, transport en levering), zodat zij weten waar zij aan toe zijn. In dit contract zijn heldere en redelijke afspraken gemaakt over onder meer de tarieven en de voorwaarden van levering, waaronder de betrouwbaarheid en zekerheid van de energievoorziening.
  • De rol van de netbeheerder is beperkt tot de aanleg (of hergebruik van gasnetten), het beheer en onderhoud van het waterstofnet en daarbij behorende hulpmiddelen. Netbeheerders mogen het transport/de distributie van waterstof over het net verrichten, maar hebben geen rol bij de productie, handel en levering van waterstof.
  • Het experiment draagt bij aan een duidelijk vooraf vastgesteld leerdoel voor de netbeheerder dat is vastgesteld met instemming van alle betrokken partijen, waarbij de netbeheerder de resultaten tussentijds en achteraf transparant deelt met de markt.
  • De omvang van het experiment is niet groter dan nodig om het leerdoel te bereiken.
  • De geboden ruimte is tijdelijk, totdat de rol van de netbeheerder wettelijk is geregeld, het leerdoel van het experiment is bereikt of het doel in de praktijk toch niet haalbaar blijkt

De minister EZK heeft ingestemd met het voorstel zodat de waterstofpilots voortgang kunnen blijven maken.

Programmalijn ‘Waterstof in de gebouwde omgeving’ (WIGO)
Het Rijk heeft tevens de programmalijn ‘Waterstof in de gebouwde omgeving’ (WIGO) opgezet om verschillende activiteiten te ondersteunen. WIGO is in maart vorig jaar van start gegaan en heeft als doel om samen met onder meer netbeheerders, normalisatie- en kennisorganisaties en de rijksoverheid tot 2025 de randvoorwaarden voor het gebruik van waterstof in de gebouwde omgeving te onderzoeken en te borgen. Naast veiligheid, rolverdeling en consumentbescherming zullen de randvoorwaarden zien op de toepasbaarheid, betaalbaarheid en beschikbaarheid van waterstof in de gebouwde omgeving. De randvoorwaarden zijn verdeeld in twee fasen: in de eerste fase, tot medio 2023, zal worden gewerkt aan vraagstukken rondom de veiligheid en toepasbaarheid. In de tweede fase, tot medio 2025, zal worden gekeken naar betaalbaarheid en beschikbaarheid in het kader van de gebouwde omgeving.

De stand van zaken
Op dit moment kunnen netbeheerders waterstofpilots uitvoeren binnen de voorwaarden van de ACM. Zij kunnen zich van tevoren melden bij de ACM en per pilot zullen specifieke randvoorwaarden gesteld worden. Het doel van het huidige beleid is onderzoek doen naar de vereiste randvoorwaarden en ervaring opdoen met waterstofpilots om zo in 2030 klaar te zijn voor eventuele opschaling. De laatste ontwikkelingen zullen volgen na het commissiedebat over waterstof, dat naar verwachting in april 2022 zal plaatsvinden.

 


Planbureau voor de Leefomgeving, Startanalyse ‘aardgasvrije buurten’, versie 2020, 24 september 2020. / Kamerstukken II 2019/20 32813, nr. 485 (Kabinetsvisie waterstof) / Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor K&E over nieuwe energiebronnen, Kamerstukken I 2021/22, 32813, AE. / J. Savelkouls, ACM stelt voorwaarden aan experimenten met waterstof in woonwijken (2021), Energeia.nl. / Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 633 (Motie ontbreken wettelijk kader). / Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 958 (Marktordening en marktontwikkeling waterstof). ACM: Signaal 2021, bijlage bij Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 718. / Programmalijn waterstof in de gebouwde omgeving (WIGO), Nationaal Waterstof Programma (NWP), nationaalwaterstofprogramma.nl.

 

Menu