Anne-Marie Klijn en Pieter van der Woerd van NEWGROUND gaan in de op de vraag wat zijn de kerninstrumenten van de Omgevingswet?
De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken; een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. Als het aan het kabinet ligt, treedt de Omgevingswet per 1 januari 2021 in werking (UPDATE: invoering Omgevingswet is uitgesteld tot januari 2022). De advocaten ven NEWGROUND zullen in deze blogserie vragen beantwoorden ten aanzien van de Omgevingswet.
Wat zijn de belangrijkste instrumenten van de Omgevingswet?
Met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, is de Omgevingswet gericht op het in onderlinge samenhang a) bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en b) doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften. Het eerste doel brengt tot uitdrukking dat de beschermende kant (beschermen en verbeteren) van het omgevingsrecht. Het tweede doel brengt tot uitdrukking dat de fysieke leefomgeving ook door de mens op een doelmatige mag worden gebruikt voor maatschappelijke opgaven. Om deze doelen te bereiken, voorziet de Omgevingswet in zes belangrijke instrumenten, aangeduid als kerninstrumenten. Het betreft de omgevingsvisie, het programma, algemene rijksregels, algemene regels van decentrale overheden, de omgevingsvergunning en het projectbesluit.
Omgevingsvisie
De omgevingsvisie, die verplicht moet worden opgesteld door zowel Rijk, provincie als gemeente moet worden opgesteld bevat een langetermijnvisie op de ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving (terreinen zoals lucht, water, bodem, natuur, verstedelijking). Het betreft een integraal beleidsdocument waarin strategische keuzes worden gemaakt. Daarmee vormt de omgevingsvisie de basis voor de inzet van de andere (juridische) instrumenten om de in die visie opgenomen doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken. Zo staat bijvoorbeeld in de ontwerp Nationale Omgevingsvisie van april 2019 dat wordt gewerkt aan een Herijking van het Programma Aanpak Stikstof. De minister zegde onlangs toe hierover in februari 2020 een brief aan de Tweede Kamer te sturen waarin wordt ingegaan op schaarse ruimte in het kader van de stikstof-problematiek.
Programma
Programma’s zijn er in verplichte en vrijwillige vorm. Ze bevatten de verdere uitwerking van beleidsvoornemens en concrete maatregelen om bepaalde doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken. Het is daarmee een uitvoeringsdocument en kan zijn gericht op een bepaald gebied (hoe bereiken we de gestelde doelen voor dit gebied?) of op een bepaald aspect (hoe halen we binnen de gemeente onze doelstellingen voor geluidsoverlast?). Een bijzonder soort programma is het programma met een programmatische aanpak. Een bekend voorbeeld van een dergelijk programma is het programma aanpak stikstof. Een programma kan op verschillende bestuurslagen worden vastgesteld.
Algemene rijksregels
Voor bepaalde aspecten van de fysieke leefomgeving is het wenselijk dat op nationaal niveau regels worden gesteld. Deze algemene regels worden door de Rijksoverheid vastgesteld in algemene maatregelen van bestuur en dienen hoofdzakelijk ter vervanging van de regels die nu zijn vastgesteld in het Activiteitenbesluit milieubeheer (milieuregelgeving) en het Bouwbesluit 2012 (bouwtechnische regelgeving). Milieuregels komen terecht in het Besluit activiteiten leefomgeving. Bouwregels komen terecht in het Besluit bouwwerken leefomgeving. Daarnaast worden op Rijksniveau nog regels vastgesteld over de door bestuursorganen te volgen procedures en over beoordelingscriteria voor vergunningen. Veel nieuwe regels die bestaande inhoudelijke en procedurele vereisten vervangen.
Algemene regels van decentrale overheden (Omgevingsplan, Omgevingsverordening)
Voor zover geen Rijksregels zijn vastgesteld, is het aan gemeenten, provincies en waterschappen om algemene regels op te stellen voor de fysieke leefomgeving. Gemeenten hebben daarvoor het instrument van het omgevingsplan gekregen. Onder het huidige stelsel hebben gemeenten tientallen verschillende bestemmingsplannen of (beheers)verordeningen. De Omgevingswet gaan uit van één omgevingsplan voor het gehele grondgebied dat tot de gemeente behoort, met één bundeling van begripsomschrijvingen en gelijke regels voor gelijke omstandigheden. Ook kunnen de regels daarin bredere toepassing vinden dan we nu gewend zijn. Provincies en waterschappen kunnen onder de Omgevingswet voor het stellen van algemene regels gebruik maken van de omgevingsverordening, die de huidige verordeningen van de provincies en waterschappen (grotendeels) vervangt.
Omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning is een vooraf verleende toestemming voor het uitvoeren van activiteiten met (mogelijke) gevolgen voor de fysieke leefomgeving. De figuur kennen we al uit de huidige wetgeving, maar krijgt onder de Omgevingswet een bredere reikwijdte. De bouwvergunning is het meest bekende voorbeeld. Procedures worden veelal regulier en dus korter.
Projectbesluit
Het projectbesluit is de opvolger is van het tracébesluit (besluitvorming rijksinfrastructuur) en het inpassingsplan en gaat over ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving die voortvloeien uit de verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincie of een waterschap. Gedacht kan worden aan de aanleg van auto(snel)wegen, spoorwegen, vaarwegen of waterkeringen en daarmee samenhangende (bouw)werken.In het vervolg van deze blogserie gaan we nader in op de verschillende instrumenten. In dat verband beantwoorden we volgende week de vraag wat de nieuwe doelen van de Omgevingswet precies gaan betekenen voor het nemen van besluiten.
Deze blog verscheen eerder op Vastgoedjournaal.