Ontwikkeling en ordening van de waterstofmarkt: resultaten van de openbare consultatie

Erwin Noordover en Chanym Alekperova vatten de reacties en meningen samen op de openbare consultatie over de ontwikkeling en ordening van de waterstofmarkt.

Visie gevraagd op de ordening van waterstofmarkt
Om ervoor te zorgen dat Nederland in 2050 een duurzaam energie- en grondstofsysteem heeft, wil Nederland gebruik maken van waterstof als energiedrager. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaf bestaande en toekomstige betrokkenen bij de waterstofmarkt tussen 14 februari en 18 maart 2020 de gelegenheid om middels een openbare consultatie hun mening te geven over de ordening van de waterstofmarkt. De consultatie richtte zich op vragen als (i) welke partijen actief mogen zijn op het gebied van productie/elektrolyse, transport, (ondergrondse) opslag en aanleg en beheer van import/export-terminals, (ii) onder welke voorwaarden deze partijen dit mogen doen en (iii) hoe kan worden verzekerd dat voldoende gebruikers onder redelijke voorwaarden toegang hebben tot deze diensten. In dit blog vatten we samen welke belangrijke thema’s voor de marktordening van waterstof uit de 32 openbare reacties op deze consultatie naar voren komen.

Elektrolyse-installaties: moeten netwerkbedrijven en/of netbeheerders hierin een rol spelen?
Verschillende respondenten zien geen rol weggelegd voor netwerkbedrijven en netbeheerders bij de ontwikkeling van elektrolyse-installaties. Het betreft naar hun oordeel een commerciële activiteit die door marktpartijen kan worden uitgevoerd. De productie van waterstof en de verdere innovatie en ontwikkeling daarvan is gebaat bij een vrije markt. De overheid moet zich beperken tot het faciliteren en coördineren van die markt. Slechts indien de markt een activiteit niet wil of kan oppakken, zou er gekeken kunnen worden naar de rol van netwerkbedrijven, aldus de respondenten.

Echter, gezien de mogelijke systeemfunctie van elektrolysers zijn meerdere netwerkbedrijven van mening dat zij ruimte zouden moeten krijgen om elektrolysers te realiseren. Enkel de daadwerkelijke exploitatie is een marktactiviteit, naar hun mening. De reacties leggen een spanningsveld bloot tussen markt en regulering, waar binnen de overheid beleid zal moeten maken.

Waterstoftransportnetten: welk systeem van derden-toegang voor ontwikkeling en beheer?
Vooral ontwikkelaars hebben argumenten aangevoerd voor ruimte aan private commerciële waterstofnetwerken naast het landelijke publieke transportnet. Industriële gasbedrijven hebben de ervaring die vereist is voor het ontwerpen, bouwen en exploiteren van waterstofpijpleidingen. Te verwachten is dat het hergebruik van aardgasleidingen voor het publieke transportnet zal leiden tot vervuiling waardoor een zuivere waterstofkwaliteit niet kan worden gegarandeerd en er nieuwe (privaat aangelegde) leidingen noodzakelijk zullen zijn. Het zou kunnen voorkomen dat het publieke transportnet niet tijdig kan worden aangelegd binnen een bepaald (industrieel) gebied of helemaal niet wordt aangelegd vanwege een negatieve kosten-baten analyse. Ten slotte moeten contractuele afspraken over aansprakelijkheid garantie bieden.

Publieke netbeheerders, netwerkbedrijven, regionale overheden en enkele andere respondenten pleiten in hun reacties voor gelijke uitgangspunten zoals bij de transport van elektriciteit en gas en voor striktere voorwaarden voor private commerciële waterstofnetwerken. Indien een netwerk niet voldoet aan de criteria ‘zeer lokaal of specifiek’ omdat een deel van de publieke ruimte (ondergronds) wordt doorkruist, heeft een geheel of gedeeltelijk publiek netwerk de voorkeur. Het tegelijkertijd realiseren van grootschalige nieuwe commerciële waterstofnetwerken is bovendien inefficiënt en past niet bij het streven van het kabinet om één integraal net aan te leggen. Het aanleggen van ‘directe lijnen’ of gesloten distributiesystemen is denkbaar onder de voorwaarde dat niet enkel in de meest lucratieve delen zal worden ontwikkeld (zgn ‘cherry picking’). Dit kan worden geborgd door als voorwaarde te stellen dat private netwerken alleen ontwikkeld kunnen worden als deze een afwijkende kwaliteit waterstof transporteren en/of een specifiek doel dienen en/of in een geografisch afgebakend industrieel of commercieel gebied liggen.

‘Fit for 55’ pakket: waterstofbijmenging in het bestaande gasnet?
Om bij te dragen aan de opschaling van elektrolysecapaciteit in de Europese Unie en belemmeringen voor het grensoverschrijdende transport van aardgas te voorkomen stelt de Europese Commissie voor om op grenspunten tussen lidstaten 5% waterstof in het gasnet te accepteren (artikel 20 Gasverordening). In de consultatie werd gevraagd naar de wenselijkheid hiervan. Er zijn zowel nadelen als voordelen genoemd voor het bijmengen van waterstof aan het gasnet. Als nadelen zijn onder andere genoemd: waardevermindering, beperkte milieuwinst, het loslaten van stikstofoxide door industriële installaties en noodzakelijke vereiste bewerkingen. Mogelijke voordelen van bijmenging zijn: vergroening van bestaand gebruik, vergroting van het aandeel duurzame energie in de totale energiemix en verduurzaming van gasgebruik in de gebouwde omgeving waar elektrificatie of stadswarmte geen optie is.

Marktordening op zee: wat zijn aandachtspunten voor een waterstofinfrastructuur?
Net als bij elektriciteit wordt er door meerdere respondenten gepleit voor het aanwijzen van een offshore netbeheerder voor het transport van waterstof. Voor het transport van de groene waterstof naar land zouden mogelijk bestaande offshore gasleidingen kunnen worden gebruikt. Het gebruik van bestaande infrastructuur heeft meerdere voordelen, zoals kostenbesparing, tijdsbesparing en het milieuvriendelijke aspect.

Voor de overbruggingsperiode van gasproductie naar hergebruik voor een waterstofproject zal een partij moeten worden aangewezen die zich bezig zal houden met timing- en capaciteitsvraagstukken. Marktpartijen zijn in het kader van rechtszekerheid en financierbaarheid van windparken gebaat bij bij het feit dat de wetgever op grond van diens recht uit hoofde van het VN Zeerechtverdrag concepten uit Nederlands recht van toepassing verklaart op de Exclusieve Economische Zones (EEZ). Zo zal,  indien het recht van eigendom in de EEZ van toepassing wordt verklaard, door de Staat een vergoeding kunnen worden verlangd voor het gebruik van delen van de EEZ.

Stand van zaken
De ontwikkelingen en ordening van de waterstofmarkt stond samen met het werkplan Nationaal Waterstof Programma (NWP) 2022-2025 en het stimuleren van hernieuwbare waterstof in de jaarverplichting energie vervoer voor de periode 2023 en 2024 als agendapunt voor het commissiedebat Waterstof van 24 maart jl. Dit debat is verplaatst naar 13 april 2022. Wordt vervolgd.

Menu