Op weg naar klimaatneutraal werkverkeer

Maria Bouwman en André Gaastra van NewGround Law bespreken de nieuwste ontwikkelingen rondom emissiereducties van werkgerelateerd verkeer onder de Omgevingswet.

Deze blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal |  Leestijd: 5 minuten

De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken en zorgen voor een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. Na enkele keren uitstel wordt thans gekoerst op inwerkingtreding per 1 januari 2023. Om u goed voor te bereiden op de inwerkingtreding, belichten de experts van NEWGROUND LAW op deze plek wekelijks een aspect ten aanzien van de Omgevingswet.

Aanleiding
Onlangs heeft Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, vragen van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat beantwoord, waarin zij toelichting geeft op nieuwe regelgeving over het beperken van emissies van kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit. In het Besluit activiteiten leefomgeving (“Bal”) en het Omgevingsbesluit zal (na inwerkingtreding van de Omgevingswet) worden bepaald dat de uitstoot van kooldioxide door woon-werkverkeer en zakelijk verkeer gefaseerd wordt afgebouwd tot klimaatneutraliteit in 2050. Aandacht voor het faciliteren van emissiearme mobiliteit, zoals het bouwen van grotere fietsenstallingen of laadplaatsen voor elektrische auto’s, wordt in de komende jaren dus nog belangrijker voor de vastgoedpraktijk.

Wat zijn de bepalingen over emissiebeperking door werkgebonden personenmobiliteit die in het Besluit activiteiten leefomgeving zullen worden opgenomen? Wat zijn de te behalen doelstellingen, wie zijn de verantwoordelijke partijen en wat zijn de gevolgen die deze nieuwe regelgeving kan hebben voor de (vastgoed-)praktijk?

Doelstellingen onder Bal
De regels over emissiebeperking zijn opgenomen in hoofdstuk 18 van het Bal, “Emissies door mobiliteit”. Het doel is “het beperken van emissies in de lucht van kooldioxide die ontstaan door verbranding van brandstof in de motor van voertuigen”. Het Bal wijst het “door een onderneming of rechtspersoon laten reizen van een werknemer” aan als milieubelastende activiteit (artikel 18.11 Bal) voor zowel woon-werkverkeer als voor zakelijk verkeer. Hierop geldt een aantal uitzonderingen, waaronder die voor reizen buiten Nederland, ondernemingen met minder dan 100 werknemers en vliegreizen.

Het eerste doel is een maximale gemiddelde jaarlijkse emissiewaarde van 96 gram per reizigerskilometer (artikel 18.12, eerste lid Bal). Deze waarde geldt alleen voor zakelijk verkeer. Vanaf 1 januari 2026 moet hieraan worden voldaan. De waarde van 96 gram per reizigerskilometer is gebaseerd op het landelijk gemiddelde kooldioxide-emissie voor zakelijk verkeer die in het kader van het Klimaatakkoord is berekend. De gedachte hierachter is dat op deze manier “koplopers” op het gebied van duurzaam reizen worden ontzien en dat alleen bedrijven die “onvoldoende” doen, worden getroffen.

Voor zowel zakelijk verkeer als voor woon-werkverkeer geldt als tweede doel dat zij per 1 januari 2050 klimaatneutraal moeten zijn (artikel 18.12, tweede lid Bal).

Bevoegd gezag en reductieplicht
Het bevoegd gezag voor de handhaving van de reductieplicht zijn burgemeester en wethouders van de gemeente waarbinnen degene die de milieubelastende activiteit verricht, is gevestigd (artikel 18.4 Bal). Voor bedrijven met meerdere vestigingen is het college van de gemeente waarbinnen de hoofdvestiging zich bevindt bevoegd. Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen.

Aan de maximale emissiewaarde voor zowel zakelijk als woon-werkverkeer moet worden voldaan door “degene die de activiteit verricht” (artikel 18.6). Diegene moet zorgdragen voor de naleving van de regels. De definitie van deze milieubelastende activiteit is zo geformuleerd dat de werknemer (degene die daadwerkelijk reist en daardoor koolstofdioxide uitstoot) in juridische zin niet degene is die de activiteit verricht maar dat het hier de werkgever betreft. De activiteit wordt immers gedefinieerd als het “laten reizen van een werknemer” door een onderneming of rechtspersoon (artikel 18.11 Bal).

Nakoming van de verplichting vindt plaats door middel van een rapportage aan het bevoegd gezag. Hierin rapporteren werkgevers, in het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de reisbewegingen hebben plaatsgevonden, over onder meer het aantal gereisde kilometers, de gebruikte vervoersmiddelen en de verbruikte brandstoftypen (artikel 18.15 Bal).

Gevolgen voor de (vastgoed-)praktijk
Door het aanwijzen van werkgebonden koolstofdioxide-emissies als milieubelastende activiteit wordt een nieuwe stap gezet in de transitie naar klimaatneutrale mobiliteit. Hoewel een groot aantal bedrijven is uitgezonderd van de reductieverplichting, doordat deze alleen geldt voor bedrijven met minimaal 100 werknemers, zullen duizenden grotere bedrijven aan de verplichting moeten voldoen. De vraag vanuit grotere bedrijven naar kantoorpanden met grote inpandige garages zal afnemen, terwijl de behoefte aan parkeerplaatsen met laadpalen, fietsenstallingen en ruimte voor eigen elektrische scooters waarschijnlijk toeneemt. Dit biedt (vastgoed-)investeerders en bedrijven kansen in het kader van hun ESG-doelen. Het installeren van laadpunten voor elektrische auto’s wordt immers aangemerkt als een duurzame activiteit op grond van de Europese ESG-regelgeving. Het faciliteren van thuiswerken wordt door de invoer van de reductieplicht waarschijnlijk aantrekkelijker voor werkgevers. Dit kan leiden tot het overbodig worden van (grote) kantoorruimtes, hetgeen kan nopen tot een andere invulling van kantoorvastgoed. De behoefte aan kantoorruimte zal mogelijk afnemen maar er zal nog altijd behoefte blijven bestaan aan een plek om collega’s te ontmoeten. Een nieuwe kantooromgeving kan worden gecombineerd met een geheel nieuwe bestemming.

Conclusie
Onder de Omgevingswet worden woon-werkverkeer en zakelijk verkeer aangewezen als milieubelastende activiteit. Ondernemingen met minstens 100 werknemers  moeten voor zakelijk verkeer vanaf 2026 voldoen aan een maximale gemiddelde emissiewaarde (van kooldioxide) van 96 gram per reizigerskilometer. Vanaf 2050 moeten zowel woon-werkverkeer als zakelijk verkeer klimaatneutraal zijn. Werkgevers moeten aan het college van burgemeester en wethouders van hun (hoofd-)vestigingsplaats uitgebreid rapporteren over het aantal gereisde kilometers en de manier waarop is gereisd. De vergroening van zakelijke vervoersmiddelen zal waarschijnlijk ook gevolgen hebben voor de vastgoedwereld: parkeergarages worden waarschijnlijk ingeruild voor fietsenrekken en laadstations, terwijl thuiswerken nog belangrijker wordt.

Menu