Jaafar Massali en Pieter van der Woerd van NewGround Law bespreken het meest recente uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Deze blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal | Leestijd: 5 minuten
De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken; een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. Gekoerst wordt op inwerkingtreding per 1 oktober 2022 of 1 januari 2023. Om u goed voor te bereiden op de inwerkingtreding, belichten de experts van NEWGROUND LAW op deze plek wekelijks een aspect ten aanzien van de Omgevingswet.
Wat is er in de afgelopen maanden rondom de Omgevingswet gebeurd?
Op 30 september 2021 is door toenmalig minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een kamerbrief – subtiel – gehint dat de Omgevingswet wederom zou kunnen worden uitgesteld. Wij hebben dit eerder gesignaleerd in een blog over de implementatie van en de aansluitingen op het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO).
Sinds de kamerbrief van 30 september 2021 zijn er veel ontwikkelingen rondom de Omgevingswet geweest. Zo heeft het kabinet Rutte III het stokje doorgegeven aan het kabinet Rutte IV. Waar in eerdere kabinetten de Omgevingswet tot de portefeuille van eerst de minister van Infrastructuur en Waterstaat behoorde en vervolgens tot die van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, behoort de Omgevingswet in het nieuwe kabinet tot de portefeuille van minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Bovendien hebben (veelal kleine) gemeenten in verschillende bijeenkomsten met deskundigen hun zorgen geuit over de implementatie van het DSO. Volgens experts zou het onverantwoord zijn om op 1 juli 2022 met de Omgevingswet van start te gaan omdat rondom het DSO problemen zijn geconstateerd.
Zo kampt de DSO-omgeving met veel storingen waardoor het DSO dan niet bereikbaar is. Ook kunnen omgevingsverordeningen en omgevingsvisies niet worden geladen omdat deze veel afbeeldingen en pdf-bestanden bevatten. Daarnaast vergroot de complexiteit van het DSO de foutgevoeligheid van het systeem.
De zorgen van gemeenten en deskundigen omtrent het DSO klonken steeds vaker. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft, op basis van verschillende overleggen met overheden en experts over de invoering van de Omgevingswet, op 1 februari 2022 per brief de Eerste en Tweede Kamer geïnformeerd dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet opnieuw wordt uitgesteld. Volgens de minister is naar voren gekomen dat er meer tijd nodig is om goed te oefenen met de digitale systemen. De Omgevingswet vereist een complexe ICT-infrastructuur en de minister wil “tijd nemen” om tot een verantwoorde en zorgvuldige inwerkingtreding van de Omgevingswet te komen. Volgens de minister zijn er verschillende onzekerheden in de technische systemen te bespeuren. Onduidelijk is waar de minister precies op doelt.
What’s next?
Het is niet duidelijk op welke datum de nieuwe inwerkingtreding van de Omgevingswet is beoogd. De minister zal samen met de bestuurlijke partners in overleg treden. Afhankelijk van de uitkomsten van dit overleg zal worden besloten of de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal plaatsvinden op 1 oktober 2022 of 1 januari 2023. De Omgevingswet is al in 2016 in het Staatsblad gepubliceerd en inmiddels meerdere malen uitgesteld.
Interessant om op te merken zijn de recente uitlatingen van minister De Jonge. De minister heeft laten weten dat hij “een regierol” wil innemen om meer betaalbare woningen te realiseren. Het (snel) realiseren van woningen staat hoog op de politieke agenda. De “lange doorlooptijd van gemiddeld 7 jaar” voor het realiseren van een woning is een doorn in het oog van de minister. De vraag is echter hoe deze “regierol” met het oog op de Omgevingswet ingevuld kan worden. De focus van de Omgevingswet ligt namelijk op de regie vanuit de gemeenten en op decentrale besluitvorming. De minister heeft nog niet duidelijk laten weten hoe hij de “regierol” vanuit het Ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor zich ziet.
Het is de bedoeling dat de Omgevingswet “gewoon” wordt ingevoerd. Wij kunnen ons echter voorstellen dat, gezien het veelvuldig uitstellen van de inwerkingtreding, de kritische geluiden over de ICT-systemen en het voornemen om snel woningen te realiseren, het draagvlak voor de Omgevingswet afneemt. Hoewel uit een enquête onder wethouders blijkt dat veel gemeenten stelden klaar te zijn voor de invoering van de Omgevingswet, liepen zeker niet alle gemeenten warm voor de invoering van de Omgevingswet op 1 juli 2022. De onderbezetting bij gemeenten, de angst voor ICT-drama’s en budgettaire redenen zorgen voor scepsis bij wethouders. Met elk uitstel zullen, zo kunnen wij ons voorstellen, de reserves omtrent de Omgevingswet alleen maar toenemen en gepaard gaan met een dalend vertrouwen in een deugdelijke invoering van de Omgevingswet. Het is in onze ogen daarom zaak dat het doormodderen ophoudt. De finishlijn dient niet (meer) continu verschoven te worden.