Op 28 februari 2022 kwam een alarmerend rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) uit. De gevolgen van klimaatverandering zijn groot, de adaptatie is vaak nog niet voldoende. In deze blog gaan André Gaastra en Maria Bouwman van NewGround Law in op klimaataspecten in de Omgevingswet en de kansen en uitdagingen voor klimaatadaptatie onder de Omgevingswet.
Dit blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal | Leestijd: 5 minuten
De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken; een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. Gekoerst wordt op inwerkingtreding per 1 januari 2023. Om u goed voor te bereiden op de inwerkingtreding, belichten de experts van NEWGROUND LAW op deze plek wekelijks een aspect ten aanzien van de Omgevingswet.
Klimaat in de Omgevingswet
De urgentie van gevaarlijke klimaatverandering wordt in de Omgevingswet onderstreept. Artikel 2.1, derde lid van de Omgevingswet biedt onder sub i “het tegengaan van klimaatverandering” als juridische basis voor regelgeving die de bevoegdheden van bestuursorganen uitwerkt of begrenst. Artikel 4.37 Omgevingswet biedt een basis voor het stellen van regels over het verhandelen van hout en houtproducten (ter uitvoering van Europese regelgeving) met het oog op onder meer het tegengaan van klimaatverandering.
Verder spreekt de Omgevingswet niet over klimaatverandering. Het woord klimaatadaptatie komt zelfs geen enkele keer voor in de wet. Dit is opvallend, aangezien juist klimaatadaptatie een steeds grotere rol speelt in de ruimtelijke ordening. Het Haagse college van burgemeester en wethouders heeft in het voorjaar van 2021 de “Wegwijzer Den Haag klimaatbestendig” vastgesteld. Onderdeel van klimaatadaptatie is bestendigheid tegen extreme regenval. De Wegwijzer bevat onder meer eisen voor de regenbestendigheid van nieuwe woningen en gebouwen. Ook in Amsterdam en Rotterdam zijn “uitvoeringsagenda’s” vastgesteld om de steden in hoog tempo klimaatbestendig te maken. Uit een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat klimaatadaptatie “ruimtelijk relevant” kan zijn, en daarmee een grond kan zijn voor weigering van een omgevingsvergunning (ABRvS 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2835).
Klimaat en Omgevingswet: kansen en uitdagingen
De term “klimaatverandering” kwam in eerste instantie in het geheel niet voor in de Omgevingswet. Nadat de Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving adviseerde meer duidelijkheid te bieden over “het belang van mogelijke klimaatsveranderingen voor het omgevingsrecht”, is in de memorie van toelichting opgenomen dat het “mede gezien de klimaatverandering” van belang is waterbewust te bouwen. Voor een inhoudelijke benadering van klimaatverandering kan volgens de wetgever uitvoeringsregelgeving worden ingezet. Dit is ook in lijn met een belangrijke gedachte achter de Omgevingswet: meer ruimte geven aan lokale overheden om hun eigen visie voor de leefomgeving te realiseren.
Het voordeel hiervan is dat maatwerk kan worden geleverd voor klimaatadaptatie. Zo zullen gemeentes in Limburg zich wellicht richten op de overstromingsbestendigheid van woningen, terwijl een versteende stad die niet aan zee of een grote rivier ligt, zoals Utrecht, een prioriteit zal maken van het tegengaan van hitte-eilanden. Ook voor de vastgoedwereld is dit mooi nieuws. Dit biedt nieuwe kansen voor duurzame ontwikkelingen, waarbij in overleg met het lokale bestuur oplossingen, technieken en ideeën worden gezocht die zo goed mogelijk bij de lokale omgeving passen kunnen worden gezocht.
In het in beginsel louter overlaten van oplossingen aan het lokale bestuur schuilt echter ook een gevaar. Of een stad of dorp voldoende voorbereid is op overstromingen, hittegolven en andere klimaatgerelateerde problematiek, wordt zo primair afhankelijk van de daadkracht van het lokale bestuur en de initiatieven die daar ontstaan. De Omgevingswet biedt geen concrete mogelijkheid voor belanghebbenden om dit af te dwingen. Ook zouden eventuele verschillen in regels en beleid tussen gemeentes onduidelijkheid en onzekerheid kunnen veroorzaken bij initiatiefnemers.
Conclusie
De Omgevingswet biedt de mogelijkheid om regels te stellen om klimaatverandering tegen te gaan. De wet zelf bevat geen regels omtrent klimaatverandering en besteedt geen aandacht aan klimaatadaptatie. Het is waarschijnlijk dat zeker de grote steden, die nu al bezig zijn met klimaatadaptatie in hun ruimtelijk beleid, deze weg onder de Omgevingswet zullen volgen. Het is te verwachten dat dit mogelijkheden biedt voor de vastgoedwereld, bijvoorbeeld bij de bouw van overstromingsbestendige woonwijken of hittewerende overkappingen in stadscentra. Wel kan het ontbreken van een helder nationaal kader voor klimaatadaptatie zorgen voor grote verschillen in aanpak tussen lokale overheden. Dit kan worden voorkomen door overleg en coördinatie tussen overheden en door bij vastgoedprojecten scherp te zijn op de wijze waarop het verantwoordelijke bestuursorgaan vergunningsaanvragen toetst op klimaatbestendigheid. Dit is niet alleen in het belang van de leefbaarheid, maar ook in het belang van de waarde van het vastgoed.