Groen licht voor de Europese Natuurherstelverordening: wat betekent dit voor Nederland?

Door onverwachte steun van Oostenrijk, heeft een Europese meerderheid ingestemd met de Verordening betreffende natuurherstel (Natuurherstelverordening). In deze bijdrage gaan André Gaastra en Denise Mollee in op de verordening en de gevolgen daarvan voor Nederland.

Dit blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal | Leestijd: 5 minuten

De Omgevingswet heeft op 1 januari 2024 alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming) vervangen. Onder het motto ‘eenvoudig beter’ zijn 40 wetten en 120 AMvB’s gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken en zorgen voor een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming.

Natuurherstelverordening

Hoewel de Natuurherstelverordening (“Verordening“) lange tijd op de plank heeft gelegen en op veel weerstand stuitte, gaat deze er tóch komen. Afgelopen 17 juni stemden de ministers van 27 EU-landen over deze controversiële verordening, waarbij de onverwachte steun van Oostenrijk de meerderheid verzekerde. Demissionair minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) noemt de uitkomst verrassend. VVD-kamerlid Van Campen heeft direct op 20 juni een motie ingediend waarin hij verzoekt bij het opstellen van het nationale natuurherstelplan geen aanvullende nationale regels en restricties in te bouwen en nadrukkelijk rekening te houden met lastendruk en een gelijk speelveld met andere Europese landen. Dit kreeg veel steun in de Kamer. In deze bijdrage verkennen wij de mogelijke gevolgen van de nieuwe regels.

Achtergrond

Ondanks diverse inspanningen en verbeteringen verkeert de natuur in de EU volgens het Europees Milieuagentschap in zorgwekkende staat. Verontreiniging, klimaatverandering, habitatverlies en invasieve soorten zouden de situatie snel verergeren. Uit cijfers zou blijken dat 80% van de habitats in slechte staat zijn, 10% van de bijen- en vlindersoorten dreigt uit te sterven en 70% van de bodems ongezond is. Om het biodiversiteitsverlies terug te dringen, heeft de Europese Unie de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 opgesteld.[1]Overweging 2 Verordening. Om herstel te bewerkstelligen, is de natuurherstelverordening in het leven geroepen. Het herstel van ecosystemen draagt daarnaast ook bij aan de klimaatmitigatie en -adaptatiedoelstellingen van de Unie.[2]Overweging 1 Verordening.

Verplichtingen

De nieuwe Verordening legt lidstaten op om uiterlijk in 2030 herstelmaatregelen te nemen om minstens 20% van het land- en zeeoppervlak te herstellen. Uiterlijk in 2050 moeten alle ecosystemen zijn hersteld.[3]Artikel 1 lid 2 Verordening. Onder ‘herstel’ wordt verstaan het actief of passief ondersteunen van ecosystemen om hun structuur, functies en biodiversiteit te behouden of te verbeteren.[4]Artikel 3 lid 3 Verordening.

Herstel van land-, kust- en zoetwaterecosystemen
Op grond van artikel 4 van de Verordening moeten lidstaten herstelmaatregelen nemen voor land,- kust- en zoetwaterecosystemen die momenteel niet in goede toestand verkeren. Het doel is om deze habitats geleidelijk te verbeteren. Uiterlijk in 2030 moeten minstens 30% herstelmaatregelen zijn genomen, uiterlijk in 2040 moet dit percentage stijgen naar 50%, en uiterlijk in 2050 moet voor 90% herstelmaatregelen zijn genomen. Dit geldt voor zowel de Natura 2000-gebieden als daarbuiten. Bovendien moeten lidstaten zich inspannen om significante verslechtering te voorkomen, en toekomstige herstelbehoeften te vermijden.[5]Overweging 37 Verordening.

Herstel van stedelijke ecosystemen
Op 31 december 2030 moeten lidstaten ervoor zorgen dat er geen nettoverlies is in de totale nationale oppervlakte stedelijke ruimte en stedelijke boomkroonbedekking ten opzichte van het jaar van inwerkingtreding van de Verordening.[6]Artikel 8 lid 1 Verordening.

Herstel van rivieren en bijbehorende overstromingsgebieden
Lidstaten dienen kunstmatige barrières in oppervlaktewater te inventariseren en te verwijderen om de verbindingen te herstellen om aan herstel te voldoen. Het doel is om uiterlijk in 2030 minstens 25.000 km aan rivieren in de EU weer vrij stromend te maken.[7]Artikel 9 Verordening.

Herstel van bestuiverpopulaties
Lidstaten moeten tijdig doeltreffende en effectieve maatregelen nemen om de diversiteit van bestuivers te bevorderen en hun populaties te herstellen.[8]Artikel 10 Verordening.

Herstel van landbouwactiviteiten
Lidstaten zijn verplicht om herstelmaatregelen te nemen die gericht zijn op het verbeteren van de biodiversiteit in alle aangewezen landbouwsystemen volgens de Natuurherstelverordening.[9]Artikel 11 lid 1 Verordening. Om aan deze verplichtingen te voldoen, moeten zij tegen het einde van 2030 nationaal vooruitgang boeken met minstens twee van de volgende indicatoren voor landbouwecosystemen: de graslandvlinderindex, organische koolstof in minerale bodems onder bouwland, en het aandeel landbouwgrond met diverse landschapselementen.[10]Artikel 11 lid 2 Verordening.

Herstel van bosecosystemen
Lidstaten moeten herstelmaatregelen treffen om de biodiversiteit van bosecosystemen te verbeteren. Dit vereist dat zij op nationaal niveau een positieve trend realiseren in zaken zoals boomdiversiteit, bosconnectiviteit en de voorraad organische koolstof.

Bomen planten
Tot slot streven lidstaten ernaar om tegen 2030 op Europees niveau minstens drie miljard extra bomen te planten als onderdeel van hun herstelmaatregelen.[11]Artikel 13 Verordening.

Herstelplan
Onder de Natuurherstelverordening zijn EU-landen verplicht om nationale herstelplannen op te stellen. Deze plannen moeten specifieke herstelmaatregelen bevatten om de bindende doelstellingen van de verordening te behalen, inclusief een duidelijk tijdschema en de opgave van totale oppervlakte die moet worden hersteld tegen 2050. De maatregelen moeten ook in lijn zijn met andere relevante wetgeving, zoals regels voor natuurbescherming, hernieuwbare energie en landbouw. De Europese Commissie zal in 2033 de uitvoering van de verordening evalueren, inclusief de impact op de landbouw-, visserij- en bosbouwsectoren, evenals de sociaaleconomische effecten.[12]Artikel 26 Verordening.

In de praktijk

De Natuurherstelverordening belooft een verandering in het landschap van de ruimtelijke ordening. Hoewel de concrete uitvoering nog vraagtekens oproept, zal de verplichting voor lidstaten om (effectieve) nationale herstelplannen te ontwikkelen onvermijdelijk aanzienlijke invloed hebben op de ruimtelijke ordening. De rol van lokale overheden, zoals gemeenten en provincies, kan hierdoor verschuiven, en dat vraagt om een nieuwe balans tussen nationale en lokale besluitvorming in het landschap van natuurbehoud en ruimtelijke planning. Het ligt voor de hand dat daar op nationaal niveau het voortouw in zal worden genomen. Het Nederlandse herstelplan moet in ieder geval binnen twee jaar na de inwerkingtreding worden ingediend bij de Europese Commissie.


Footnotes and References

Footnotes and References
1 Overweging 2 Verordening.
2 Overweging 1 Verordening.
3 Artikel 1 lid 2 Verordening.
4 Artikel 3 lid 3 Verordening.
5 Overweging 37 Verordening.
6 Artikel 8 lid 1 Verordening.
7 Artikel 9 Verordening.
8 Artikel 10 Verordening.
9 Artikel 11 lid 1 Verordening.
10 Artikel 11 lid 2 Verordening.
11 Artikel 13 Verordening.
12 Artikel 26 Verordening.
Menu