Arjen Praat en Julian Schouten bespreken de voortgangsbrief aan de Tweede Kamer van 31 mei 2024 over de programmatische aanpak ‘Groen in en om de Stad’ (“GIOS”) van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de minister voor Natuur en Stikstof.[1]https://open.overheid.nl/documenten/32bbae5a-c106-4547-9f89-d48ed570d34a/file
Dit blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal | leestijd: 4 minuten
De Omgevingswet heeft op 1 januari 2024 alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming) vervangen. Onder het motto ‘eenvoudig beter’ zijn 40 wetten en 120 AMvB’s gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken en zorgen voor een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming.
Groen in en om de Stad
Het idee van de aanpak is dat met een groeiende bevolking en bijbehorende woningbouwopgave, achteruitgang van biodiversiteit en voortgaande verandering van het klimaat, het belang van voldoende ruimte voor groen in en om de stad groter wordt. Volgens de ministers dragen groene parken, straten en tuinen met wuivende bomen bij aan het welzijn en de fysieke en mentale gezondheid van mensen. Groen heeft “bovendien” een positief effect op het vestigingsklimaat en de vastgoedwaarde.
In de huidige aanpak formuleren gemeenten zelf de uitgangspunten voor vergroening in de vorm van richtlijnen of normen bij planvorming – bijvoorbeeld in het omgevingsplan. Op hoger niveau kunnen de opgaven voor groen in en om de stad worden neergelegd in gemeentelijke en provinciale omgevingsvisies en bijvoorbeeld bij de ontwikkelperspectieven van de Nationale Omgevingsvisie Extra (“NOVEX“) verstedelijkingsgebieden.[2]https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2024/06/05/nieuwe-potentiele-grootschalige-woningbouwgebieden-nodig
De ministers constateren echter grote verschillen in de gebouwde leefomgeving: van hele groene wijken tot heel ‘stenige’ wijken met weinig groen en water wat hittestress op hete dagen, biodiversiteitsverlies en gezondheidsverschillen tot gevolg kan hebben. Juist in de wijken met sociale problemen blijkt dat doorgaans sprake is van minder groen en een ongezondere leefomgeving, aldus de voorgangsbrief. Ook is niet elke stad even goed verbonden met het buitengebied, bijvoorbeeld door fysieke barrières en het ontbreken van doorlopende groenstructuren. Op andere plekken is de toegankelijkheid juist goed en de hoeveelheid groen voor recreatie en natuur groot. Volgens de ministers is het de uitdaging om groen “en de doelen die het dient” te integreren op alle schaalniveaus binnen de bebouwde omgeving. Echter, een gebrek aan een eenduidige systematiek voor groen en natuur buiten beschermde gebieden, evenals uiteenlopende maatschappelijke en economische waardering, zorgt er volgens de ministers voor dat groen thans minder wordt meegenomen in ruimtelijke plannen. Maar zelfs wanneer groen wel in de planvorming wordt opgenomen, “worden groenambities vaak verminderd tijdens de uitvoering”, Daarom is het essentieel om aandacht te blijven besteden aan groen tot aan de realisatie en het beheer ervan.
Handreiking
Bij de voortgangsbrief is de eerste versie van de Handreiking GIOS[3]https://open.overheid.nl/documenten/c41ef7a4-b83d-4fb7-bc8f-a60dc67a0908/file gepubliceerd. Deze handreiking biedt gemeenten en provincies inhoudelijke en procesmatige richtlijnen om “groen gelijkwaardig aan andere thema’s op te nemen in ruimtelijke planvorming”. Het document bevat volgens de ministers aldus een vrijwillig toepasbare systematiek en stappenplan voor een integrale aanpak van groen op verschillende schaalniveaus. Het geeft concrete normen en eisen voor sturing op de groenopgave, uitgewerkt in meetbare parameters en subnormen. De handreiking is bedoeld voor zowel bestaand stedelijk gebied als nieuwbouwprojecten.
Juridische borging onder de Omgevingswet
De Handreiking GIOS is niet juridisch bindend. Tegelijkertijd met het opstellen daarvan is een juridische verkenning uitgevoerd over hoe de Omgevingswet kan worden ingezet om groen in en om de stad te versterken en de juridische verankering van de programmatische aanpak GIOS.[4]https://open.overheid.nl/documenten/2ea78500-f284-4ca5-b3b9-b917ce080286/file Deze verkenning identificeert drie kansrijke manieren om op groen te sturen: (i) programmatische sturing middels een omgevingswaarde in het Besluit kwaliteit leefomgeving, (ii) het stellen van directe Rijksregels in de vorm van instructieregels die in acht moeten worden genomen bij het opstellen en vaststellen van ruimtelijke plannen (zoals omgevingsvisies, -verordeningen en -plannen), en (iii) indirect via bijvoorbeeld het maken van bestuurlijke afspraken tussen overheden en marktpartijen. De uitkomsten van deze verkenningen wijzen op verschillende denkrichtingen om groen beleidsmatig en juridisch te borgen op nationaal niveau. De ministers maken nog geen weging of keuze, die wordt overgelaten aan een volgend kabinet.
Afrondend
Zoals het er nu naar uitziet vervalt de positie van minister voor Natuur en Stikstof, maar zullen de taken goeddeels overgaan naar de minister voor Klimaat en Groene Groei en, mogelijk vanwege de samenhang met de woningbouwopgave, ook naar de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Of en in welke vorm die ministers de juridische borging van GIOS zullen doorzetten, is nog niet te zeggen en zal mede afhangen van het te formuleren regeerakkoord. Hieruit zal blijken of ingezet blijft worden op Groen in en om de Stad en zo ja, op welke wijze.
Footnotes and References
↑1 | https://open.overheid.nl/documenten/32bbae5a-c106-4547-9f89-d48ed570d34a/file |
---|---|
↑2 | https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2024/06/05/nieuwe-potentiele-grootschalige-woningbouwgebieden-nodig |
↑3 | https://open.overheid.nl/documenten/c41ef7a4-b83d-4fb7-bc8f-a60dc67a0908/file |
↑4 | https://open.overheid.nl/documenten/2ea78500-f284-4ca5-b3b9-b917ce080286/file |