Onder de Omgevingswet nieuwe eisen aan logistieke functies met nieuw nationaal en regionaal beleid

Anne-Marie Klijn en Rick Vlaskamp van NewGround Law bespreken vooruitblikkend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet de kamerbrief van minister Harbers en staatssecretaris Heijnen van 26 september 2023, waarin gereageerd wordt op het adviesrapport ‘Vandaag besteld, morgen circulair’.

De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken en zorgen voor een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is voorzien op 1 januari 2024.

Dit blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal | Leestijd: 6 minuten

Een nieuw logistiek narratief

Op verzoek van de vaste Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft de minister bij brief van 26 september 2023 gereageerd op het adviesrapport getiteld “Vandaag besteld, morgen circulair” opgesteld door het College van Rijksadviseurs (“CRa”). Dat rapport beoogt inzichten te geven voor een nieuw logistiek narratief om de Nederlandse logistieke sector voor de toekomst klaar te stomen, in het bijzonder voor de transitie naar een circulaire economie. Uitgangspunt daarbij is dat logistiek geen doel op zich is, maar een middel om maatschappelijke doelen te bereiken en dat een goed functionerende logistieke sector essentieel is voor de transitie naar een duurzame en circulaire economie.

Het rapport van het CRa pleit voor een toekomstbestendige logistieke sector door logistiek op logische plekken te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld door het slim gebruiken en clusteren van functies die samen bijdragen aan het circulair maken van ketens. Betoogd wordt dat in Amsterdam en Venlo al gewerkt wordt aan meerlaagse distributiecentra en ook hoe in Parijs al gewerkt wordt aan een combinatie van logistiek met bijvoorbeeld woningen en sportvoorzieningen. Logistiek zal meer aan de voorkant meegenomen moeten worden als integraal onderdeel wanneer keuzes worden gemaakt over schaarse ruimte en circulariteit. Het CRa bepleit bovendien dat er meer ruimtelijke kwaliteit geboden moet worden, gebaseerd op drie waarden: belevingswaarde (schoonheid), gebruikswaarde (functionaliteit) en toekomstwaarde (duurzaamheid). Daarvoor zijn ondermeer omgevingsplannen nodig die intensivering en menging toestaan en stimuleren. Schaarse ruimte moet zorgvuldig worden benut door meervoudig en intensief ruimtegebruik en de ruimtelijke kwaliteit moet nader beoordeeld worden.

De Omgevingswet en het streven naar een circulaire economie

Voor opslag- en transportbedrijven, groothandel en containerterminals gelden vanaf 1 januari 2024 de algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (“Bal”). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden. Daarbij bepaalt Afdeling 22.3 van het Invoeringsbesluit dat de daarin voor milieubelastende activiteiten gestelde regels ook zien op het doelmatig gebruik van energie en grondstoffen. De Omgevingswet heeft niet als specifiek speerpunt dat de circulaire economie moet worden nagestreefd. Eén van de doelen van de Omgevingswet is wel dat een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, ook vanwege de intrinsieke waarde van de natuur, wordt bereikt en in stand wordt gehouden. Daartoe kunnen planregels worden opgenomen in het omgevingsplan. De minister schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer dat veel punten uit het rapport van het CRa worden herkend en onderschreven en dat een aantal van de benoemde punten al in gang is gezet. Daarbij is het streven om de positie van spoor en binnenvaart te versterken in de logistieke keten: op de vaarwegen is namelijk nog behoorlijk wat ruimte beschikbaar, aldus de minster.

Wanneer we keuzes maken over ruimte heeft het toewerken naar een circulaire economie als gevolg dat logistiek als integraal onderdeel van beleid aan de voorkant moet worden meegenomen. Het ruimtelijke vraagstuk is een belangrijke (rand)voorwaarde voor het laten slagen van de transitie naar een circulaire economie. Er is voldoende ruimte nodig voor circulaire activiteiten, nu en in de toekomst. Dit is onlosmakelijk verbonden met voldoende ruimte voor de benodigde logistiek van goederen, grondstoffen en personen. Hiervoor worden op dit moment verschillende onderzoeken verricht, waaronder de deelstudie van het Planbureau leefomgeving (“PBL”) “Ruimte voor een CE” met daarin concrete aanbevelingen voor ruimtelijk beleid. Daarnaast is het thema circulaire economie en de benodigde logistiek in relatie tot de ruimtevraag – nu en in de toekomst – geagendeerd voor een ‘stel-dat-verkenning’. Deze verkenning zal onder andere worden gebruikt als bouwsteen voor de nota ruimte 2024 (opvolger NOVI).

Ruimte voor circulaire activiteiten

Van de vier benoemde oplossingsrichtingen zegt de minister dat hij zich kan vinden in de aanbeveling dat het van belang is om ruimte te reserveren voor circulaire activiteiten, met name op strategische locaties waar deze schaars is. Denk bijvoorbeeld aan ruimte voor recycling, verwerking van biogrondstoffen en bouwmaterialen op bedrijventerreinen met een hoge milieuruimte die multimodaal ontsloten zijn. Deze bedrijventerreinen moeten deze functie behouden, want het ontwikkelen van een nieuw bedrijventerrein met hoge milieuruimte is moeilijk vanwege mogelijke overlast en veiligheidsrisico’s. Economische overwegingen op nationaal niveau, zoals het behoud van de basisindustrie, strategische belangen ten aanzien van leveringszekerheid en het kunnen beschikken over eigen productie- of raffinagecapaciteit in Nederland, hebben impact op hoe een circulaire economie er in de toekomst uit zal zien. Dit geldt ook voor de manier waarop er rekening gehouden zal worden met duurzaamheid: het verminderen van de negatieve impact op mens, dier en milieu als gevolg van productie en consumptie.

De minister volgt ook de conclusie dat een circulaire economie nieuwe eisen stelt aan de ontsluiting en bereikbaarheid van bedrijventerreinen. Het reserveren en benutten van ruimte voor een circulaire economie op lokale (bestaande) bedrijventerreinen en bij winkelgebieden en openbaar vervoer is belangrijk vanwege een goede bereikbaarheid. Dit kan gerealiseerd worden door het selecteren en clusteren van bedrijfsactiviteiten zodat producten, voorzieningen, restmaterialen of warmte gemakkelijk kunnen worden uitgewisseld. Hiervoor is toekomstgericht nationaal en regionaal ruimtelijk beleid nodig.

Ook de derde oplossingsrichting van het CRa wordt herkend door de minster. Daarin is aandacht voor het stimuleren van de ruimtelijke kwaliteit, waarbij wordt aanbevolen: (i) meer ruimte te bieden in bestemmingsplannen voor innovatieve functiecombinaties, stapeling van functies en hogere bebouwing (gebruikswaarde); (ii) in het Bouwbesluit hogere eisen te stellen t.a.v. de werkomstandigheden (belevingswaarde); (iii) circulair bouwen en net-zero energiehuishouding van panden te verplichten via certificaten en regelgeving (toekomstwaarde). De Omgevingswet biedt meer flexibiliteit voor het verhogen van deze waarden voor ruimtelijke kwaliteit. In tegenstelling tot het bestemmingsplan beperkt het omgevingsplan zich immers niet meer tot het criterium van ‘een goede ruimtelijke ordening’. In het omgevingsplan wordt het mogelijk om regels op te nemen die over heel de fysieke leefomgeving gaan en geldt het criterium van een ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’.

Het volgende kabinet,  de Omgevingswet, de logistiek en een circulaire economie

De laatste oplossingsrichting betreft het ontwerp van logistieke locaties en het omringde landschap. Deze aanbeveling is interessant om verder door te denken, maar is behoorlijk verstrekkend en gezien de demissionaire status van het kabinet geeft de minister dit punt graag mee aan het volgende kabinet.

Kortom, denk bij de ontwikkeling van een gebied aan de voorkant na over welke eisen vanuit het circulaire gedachtegoed aan de logistieke functies moeten worden gesteld. Nieuw nationaal en regionaal beleid is op komst. En vanuit de Omgevingswet zelf kunnen ook nieuwe eisen worden gesteld.

Menu