De koolstofcorrectie aan de Europese buitengrens (CBAM) en de gevolgen daarvan voor de vastgoedsector

Denise Mollee en Victoria Rakovitch bespreken het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), beter bekend als de koolstofcorrectie aan de Europese buitengrens, en de gevolgen daarvan voor de vastgoedsector.

Dit blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal | Leestijd: 5 minuten

Wij bespraken recent de Europese ontbossingsverordening, die onderdeel uitmaakt van een pakket aan maatregelen die nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren en de ambitieuze klimaatdoelen van de Europese Unie te realiseren. Deze doelen zijn vastgelegd in onder andere de Green Deal (2019) en de Overeenkomst van Parijs (2015) en beogen om uiterlijk in 2050 klimaatneutraliteit te bereiken en broeikasgasemissies tussen nu en 2030 met minstens 55% te verminderen ten opzichte van het niveau in 1990. Deze week behandelen wij een andere maatregel, de CBAM.

Achtergrond CBAM

Het CBAM is een Europese verordening die sinds geleidelijk 1 oktober 2023 geldt en ertoe dient de CO2-uitstoot die is vrijgekomen bij de productie van bepaalde categorieën ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstof, buiten de EU, aan de grens te corrigeren.

Het CBAM strekt ertoe het risico van koolstoflekkage te voorkomen. Er is sprake van koolstoflekkage wanneer, “als gevolg van kosten in verband met klimaatbeleid, bedrijven in bepaalde sectoren of subsectoren van de industrie hun productie overbrengen naar andere landen of wanneer invoer uit die landen gelijkwaardige producten vervangt die minder broeikasgasintensief zijn”. Met andere woorden: wanneer bedrijven hun goederen buiten de EU halen of hun fabrieken buiten de EU vestigen of verplaatsen om zo goedkoper uit te zijn.

Hoewel de Europese Unie haar interne broeikasgasemissies aanzienlijk heeft verminderd, blijken de broeikasgasemissies die in de invoer naar de Unie zijn vervat, te zijn toegenomen. Hierdoor worden de inspanningen van de Europese Unie om haar mondiale broeikasgas emissievoetafdruk te verkleinen, ondermijnd. Zolang internationale partners van de Europese Unie niet hetzelfde niveau van klimaatambitie nastreven, bestaat er een risico van koolstoflekkage. Door dergelijke situaties kan de totale wereldwijde uitstoot toenemen, waardoor de beperking van de broeikasgasemissies in het gedrang komt. Het CBAM moet dit tegengaan.

Bovendien moet het CBAM ervoor zorgen dat Europese bedrijven eerlijk kunnen concurreren met bedrijven buiten de EU. Daarmee ondersteunt het CBAM de werking van het Europese emissiehandelssysteem (EU-ETS). Het CBAM wordt ook gezien als stimulans voor producenten uit derde landen om technologieën toe te passen die efficiënter zijn in de reductie van broeikasgassen, zodat de uitstoot wordt verminderd. Daarom wordt verwacht dat het CBAM op doeltreffende wijze de reductie van broeikasgasemissies in derde landen zal ondersteunen.

Reikwijdte CBAM

Zoals gezegd geldt het CBAM voor productie van bepaalde categorieën ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstof, die van buiten de EU afkomstig zijn. Goederen in deze categorieën worden ook wel CBAM-goederen genoemd. Het CBAM geldt voor importeurs van deze CBAM-goederen.

In Nederland zijn de Douane en de Nederlandse Emissieautoriteit verantwoordelijk voor de uitvoering van de CBAM, en daarmee ook handhaver bij niet naleving van de regels.

Het CBAM treedt in twee fasen in werking:

  1. de transitiefase (van 1 oktober 2023 tot en met 31 december 2025);
  2. de algehele inwerkingtreding (vanaf 1 januari 2026).

Tijdens de transitiefase is iedereen die CBAM-goederen met een waarde boven € 150 per zending importeert naar de EU, verplicht te rapporteren hoeveel CO2 er is uitgestoten bij de productie van die goederen. De Douane informeert importeurs over de rapportageverplichting voor CBAM-goederen. Om ervoor te zorgen dat de importeur van CBAM-goederen op de hoogte is van de rapportageverplichting, wordt hem gevraagd een fictieve bescheidcode in te vullen bij de invoeraangifte van deze goederen.

Vanaf 1 januari 2026 moeten toegelaten importeurs een prijs gaan betalen voor de CO2 die is uitgestoten bij de productie van de geïmporteerde CBAM-goederen. De toelating dient aangevraagd te worden bij de bevoegde autoriteit in het land van vestiging. De te betalen prijs geschiedt via CO2-certificaten. Jaarlijks moeten evenveel CO2-certificaten worden ingeleverd als dat er CO2 is uitgestoten bij de productie van de geïmporteerde CBAM-goederen. Eén certificaat staat daarbij gelijk aan de uitstoot van 1 ton CO2.

Relevantie van CBAM voor de vastgoedpraktijk

De CBAM kan gevolgen hebben voor de vastgoedpraktijk als het gaat om CBAM-goederen in de categorieën ijzer en staal, cement, aluminium, elektriciteit, die in de bouw veelvuldig worden ingezet.

Het eerste waar wij aan dachten, zijn prijsstijgingen voor die categorieën goederen ten opzichte van nu, wat zou leiden tot hogere kosten voor bouwmaterialen en daarmee gepaard gaande prijsstijgingen voor consumenten.

Eigen research leert ons echter dat dit niet per se het geval hoeft te zijn, omdat een deel van deze goederen uit de EU afkomstig is en niet van buiten de EU wordt geïmporteerd. Zo zijn ijzer en staal veelal afkomstig van eigen bodem, wordt cement volgens de WITS Wordbank voornamelijk geïmporteerd uit Duitsland en België, en wordt elektriciteit, naast de eigen productie, volgens het CBS via rechtstreekse verbindingen geleverd uit Duitsland, België, Noorwegen en Denemarken. Aluminium daarentegen wordt volgens het CBS in grote aantallen geïmporteerd vanuit India.

De praktijk zal dus moeten uitwijzen of de CBAM grote gevolgen gaat hebben voor de vastgoedsector, want op het eerste gezicht lijkt dit, met uitzondering van aluminium, mee te vallen. Dat neemt niet weg dat er uiteraard marktpartijen zullen zijn die hun CBAM-goederen op dit moment van buiten de EU importeren. Indien zij dat voortzetten zullen zij vanaf 1 januari 2026 waarschijnlijk worden geconfronteerd met prijsstijgingen, doordat de importeur de certificaatprijzen aan zijn afnemers doorlegt.


Indien u vragen heeft over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Denise Mollee en Victoria Rakovitch.

Menu