Erwin Noordover en Rieneke Jager van NewGround Law bespreken in deze blog de vraag of het mogelijk wordt om bestaande bouw verplicht van het aardgas af te schakelen.
Deze blog werd gepubliceerd op Vastgoedjournaal | Leestijd: 5 minuten
De Omgevingswet vervangt alle bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. ruimtelijke ordening, milieu en natuurbescherming). Onder het motto “eenvoudig beter” zullen 40 wetten en 120 AMvB’s worden gebundeld in één wet en vier AMvB’s. Dat zou het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in het gebruik maken en zorgen voor een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, meer flexibiliteit en afwegingsruimte voor lokale overheden en snellere besluitvorming. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is voorzien op 1 juli 2022.
De gasaansluitplicht voor bestaande bouw in het huidige recht
In principe bestaat op grond van de Gaswet de verplichting om de woning van iedere woningeigenaar die dat verzoekt op het gastransportnet aan te sluiten en van aardgas te voorzien (de gasaansluitplicht). In het Bouwbesluit 2012 en in de Woningwet is eveneens de verplichting opgenomen om (bestaande) woningen op het gasnet aan te sluiten en van aardgas te voorzien. Hoewel sinds 1 juli 2018 een algemene uitzondering in de Gaswet is opgenomen die inhoudt dat nieuwbouwwoningen in principe zonder gasaansluiting worden gebouwd, bestaat een dergelijke algemene uitzondering niet voor de bestaande bouw. Voor de bestaande bouw bestaat wel een aantal specifieke uitzonderingen op de aansluitplicht. Zo kan de gemeente met een gebiedsaanwijzing voorkomen dat bestaande aansluitingen moeten worden vervangen. Daarvoor moet er zich in het aangewezen gebied een warmtenet of een andere energie-infrastructuur bevinden of zich gaan bevinden. Verder is een voorwaarde dat de privaatrechtelijke overeenkomst tussen gasleverancier en de woningeigenaar is beëindigd. Daarnaast biedt de Crisis- en herstelwet de ruimte om met gebruik van een aardgasvrije proeftuin af te wijken van de gasaansluitplicht en in het bestemmingsplan een datum op te nemen waarna de bestaande aansluitingen niet meer worden vervangen. Als voorbeeld van een dergelijke proeftuin kan gewezen worden op de wijk Overvecht-Noord in Utrecht. In die wijk moeten oude gasleidingen worden vervangen en de gemeente heeft de ambitie van dat moment gebruik te maken om de bestaande bouw direct van het aardgas af te schakelen.
Van het Bouwbesluit 2012 naar het Besluit bouwwerken leefomgeving
Het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl) is één van de vier AMvB’s die uitvoering geeft aan de Omgevingswet. In het Bbl zijn onder meer de regels over het gebruik van bestaande bouwwerken en over het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden opgenomen. Het grootste deel van de regels uit het Bbl is afkomstig uit het Bouwbesluit 2012, de regeling Bouwbesluit en de Woningwet. Net als in het Bouwbesluit 2012 zijn de regels in het Bbl uitputtend. In het geval dat er geen regels zijn opgenomen in het Bbl heeft de gemeente eigen bevoegdheid om regels te stellen.
De gasaansluitplicht voor bestaande bouw in het toekomstig recht
Een belangrijke wijziging in het Bbl is dat de verplichte aansluiting van bestaande woningen op het aardgas vervalt. Het gevolg van het vervallen van die verplichte aansluiting op aardgas is dat de gemeente in het omgevingsplan eigen regels kan stellen. In het omgevingsplan zou de gemeente door het vervallen van de gasaansluitplicht woningeigenaren bijvoorbeeld (voorwaardelijk) kunnen verplichten om hun woning van het aardgas af te schakelen. Dit onder de voorwaarden dat er een alternatieve energie-infrastructuur aanwezig is, er gemotiveerd kan worden dat het afschakelen van het aardgas noodzakelijk is en de bepaling voorzienbaar en rechtszeker is. Daartoe moeten woningeigenaren tijdig worden betrokken bij de plannen voor het opleggen van de verplichting en moet over het bieden van een overgangstermijn worden nagedacht. Ook nadeelcompensatie kan een rol spelen als bestaande bouw verplicht van het aardgas wordt afgeschakeld.
Toch staat de Gaswet vooralsnog het (voorwaardelijk) verplichten van het afschakelen van het aardgas in de weg. De regels van het Bbl mogen namelijk niet in strijd komen met de Gaswet en de Omgevingswet zorgt er niet voor dat de gasaansluitplicht, die in de Gaswet is opgenomen, vervalt. Hoewel de wetgever de ambitie heeft om in vier afzonderlijke wetgevingstranches alle knelpunten die in de weg staan aan de energietransitie op te lossen, is dat tot op heden nog niet gelukt. Ten behoeve van de laatste tranche zou de wetgever begin 2021 een wetsvoorstel indienen waarin de gasaansluitplicht uit de Gaswet zou worden veranderd in een aansluitplicht op warmte. Toch bevat de toekomstige Energiewet de benodigde wijzigingen nog niet vanwege het wetsvoorstel collectieve warmtevoorziening (Warmtewet 2.0). Het is namelijk de bedoeling dat de Warmtewet 2.0 de regels gaat bevatten over een collectieve aanpak waarmee de gemeente in het omgevingsplan kan kiezen voor een collectief warmtesysteem. Een woning wordt vervolgens in principe op dat collectieve warmtesysteem aangesloten. Niettemin loopt de inwerkingtreding van de Warmtewet 2.0 vertraging op en daarom is het maar de vraag of de gasaansluitplicht binnen afzienbare tijd wordt veranderd in een aansluitplicht op warmte. Het lijkt er daarmee op dat ook onder de Omgevingswet voorlopig geen mogelijkheid bestaat bestaande bouw verplicht van het aardgas af te schakelen.